Periodeonderwijs

Dieper en anders op de lesstof ingaan

Het leerplan van de vrijeschool is uitgewerkt in een leerstofoverzicht, periodeplannen en aanboddoelen. Vooral met het periodeonderwijs onderscheidt een vrijeschool zich in de wijze waarop lesstof wordt vormgegeven. In het verwerven van nieuwe inzichten en vaardigheden neemt het periodeonderwijs een speciale plaats in. Gedurende drie tot vier weken zijn steeds de eerste twee uren in de ochtend gewijd aan één vak; taal, rekenen, topografie, geschiedenis, plant- en dierkunde of andere vakken. Het voorkomt de versnippering die het lesgeven volgens een rooster met zich meebrengt. Het geeft ruimte voor verdieping en internalisering van het aanbod volgens een vaste structuur.

De leerkrachten maken jaarlijks een periodeplanning, waarin de eindtermen staan beschreven. Deze voldoen aan de kerndoelen zoals die voor het primair onderwijs geformuleerd zijn en zijn hetzelfde als in elk ander regulier basisonderwijs. Het leerplan laat echter meer ruimte voor de leraar om af te stemmen op wat leerlingen vragen. Op deze wijze kunnen we ons onderwijs zinvol inrichten zodat dit aansluit bij de individuele behoeften van de leerlingen.

Bij alle vakken wordt gebruik gemaakt van ondersteunende werkvormen om de leerstof te oefenen, aanschouwelijk en concreet te maken. Dit gebeurt met liedjes, verhalen, beweging, spelletjes, boeken en kunstzinnige en creatieve activiteiten. Voor zover mogelijk wordt hierbij altijd een link gelegd met de seizoenen en de jaarfeesten. De kinderen worden hiermee actief gestimuleerd en uitgedaagd hun creativiteit en fantasie aan te spreken. Om de kennis na deze periode te behouden zijn er dagelijks oefenuren waarin het geleerde met regelmaat terugkomt.